Ingrid Hoendervangers Chris Goossens Chris Marynissen Koen Helsen Leo Mees Luc Janssens Evelyne Haud'Huyze Nicole Demaerel-Recourdon Inge Cornelissen Vital Lambert Wilfried Schonkeren Danny Van Tiggelen Ludo De Bruyn Ria Van Oncen Marie Adriaensen Jan De Block Marc De Smet Brenda Lioris Rudy Bastiaenssens An Stokmans Christel Janssens Luc Devriese Lotte Van Mechelen Tom Namurois Laila Rylant Tayfun Genç Ingrid Hoendervangers Chris Goossens Chris Marynissen Koen Helsen Leo Mees Luc Janssens Evelyne Haud'Huyze Nicole Demaerel-Recourdon Inge Cornelissen Vital Lambert Wilfried Schonkeren Ludo De Bruyn Ria Van Oncen Marie Adriaensen Jan De Block Marc De Smet Brenda Lioris Rudy Bastiaenssens An Stokmans Christel Janssens Luc Devriese Lotte Van Mechelen Tom Namurois Laila Rylant Tayfun Genç Chris Goossens Lotte Van Mechelen Tom Namurois Leo Mees Vital Lambert Laila Rylant Marie Adriaensen Evelyne Haud'Huyze Inge Cornelissen Jan De Block Ingrid Hoendervangers Luc Janssens Koen Helsen Luc Devriese Tayfun Genç Nicole Demaerel-Recourdon Wilfried Schonkeren An Stokmans Ria Van Oncen Christel Janssens Marc De Smet Rudy Bastiaenssens Ludo De Bruyn Brenda Lioris Chris Marynissen aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 24 november 2025
Openbare zitting
Openbare zitting
43. Belastingreglement activeringsheffing op onbebouwde kavels. Goedgekeurd.
Feiten en motivering
Het belastingreglement met betrekking tot de activeringsheffing op onbebouwde kavels werd gewijzigd :
● het tarief van de belasting en het bedrag van minimumaanslag werden verhoogd;
● de basisindex voor de jaarlijkse indexatie werd aangepast;
● een verplichte uiterste datum voor het indienen van de aangifte werd toegevoegd.
Doel:
De financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven, rechtvaardigt en vereist de invoering van rendabele belastingen.
De gemeente wil potentiële woonlocaties vrij maken en grondspeculatie tegengaan. Het is wenselijk om realiseerbare onbebouwde kavels te activeren. De invoering van de activeringsheffing op onbebouwde kavels laat de gemeente toe om de eigenaars van die kavels daartoe aan te sporen.
Het reglement voorziet aan aantal vrijstellingen.
Verkavelaars zijn, na de aflevering van de verkavelingvergunning, gedurende één jaar vrijgesteld van de belasting om hen de kans te geen de percelen op de markt te brengen.
Nieuwe eigenaars die nog geen ander onroerend goed bezitten, zijn vaak starters die nog niet onmiddellijk over de fondsen beschikken voor een bebouwing. Bovendien is het risico kleiner dat de grond niet werd aangekocht met het oog op bebouwing. Het is verantwoord aan die starters een vrijstelling van 5 jaar te geven zodat zij zonder bijkomende kosten de nodige voorbereidingen kunnen treffen voor de bouwwerken.
Gronden in eigendom van sociale huisvestingsmaatschappijen zijn per definitie niet onbebouwd met het oog op speculatie of om deze langdurig aan de woningmarkt te onttrekken. Ze worden de facto reeds ingezet om de (sociale) woondoelstellingen te behalen. Het heeft dan ook geen zin om die organisaties fiscaal aan te zetten behoorlijk woonaanbod te creëren.
Wijzigingen:
Het tarief voor deze belasting was tot en met aanslagjaar 2025 vastgesteld op 25,00 euro/meter perceelsbreedte; het bedrag van de minimumaanslag per bouwperceel was vastgesteld op 250,00 euro. Door de jaarlijkse indexatie (met basisindex van november 2010) zijn deze bedragen voor aanslagjaar 2025 gestegen naar 37,97 euro/meter perceelsbreedte en een minimumaanslag van 379,71 euro.
Het tarief wordt nu opgetrokken naar 40,00 euro/meter perceelsbreedte en het bedrag van de minimumaanslag wordt 400,00 euro per bouwperceel. Voor de jaarlijkse indexatie wordt de ABEX-index van november 2025 vastgesteld als basisindex.
Op basis van een gewijzigde regelgeving moet het reglement de uiterste datum voor het indienen van de aangifte vermelden. Deze datum werd toegevoegd aan het reglement.
De geldigheidsperiode wordt verlengd tot en met 31 december 2031.
Juridisch kader
● grondwet, meer bepaald artikelen 41, 162 en 170, § 4;
● wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019 en eventuele latere wijzigingen;
● decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 2, 40 § 3, 41,14°, 56, § 3, 7°, 252, 285 t.e.m. 288 en 326 t.e.m. 335;
● decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
● decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;
● bestuursdecreet van 7 december 2018;
● besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones;
● omzendbrief van de Vlaamse regering BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
● gecoördineerde omzendbrief van de Vlaamse regering van 10 juni 2011 inzake onderrichtingen over gemeentefiscaliteit vanwege het Agentschap voor Binnenlands Bestuur;
● omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
● reglement van de activeringsheffing op onbebouwde kavels van 18 november 2019.
Financiële gevolgen
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie AC000067, budgetrekening MJP000337 (MAR 737).
Besluit
STEMMING :
21 stemmen voor: An Stokmans (Open VLD), Koen Helsen (Open VLD), Luc Janssens (Open VLD), Evelyne Haud'Huyze (Open VLD), Lotte Van Mechelen (Open VLD), Tom Namurois (Vooruit), Marc De Smet (Open VLD), Leo Mees (Open VLD), Ria Van Oncen (Open VLD), Luc Devriese (N-VA), Vital Lambert (N-VA), Tayfun Genç (Open VLD), Inge Cornelissen (Open VLD), Christel Janssens (Groen), Laila Rylant (Open VLD), Wilfried Schonkeren (N-VA), Nicole Demaerel-Recourdon (N-VA), Chris Goossens (N-VA), Marie Adriaensen (Vooruit), Ingrid Hoendervangers (Open VLD) en Jan De Block (Open VLD).
4 onthoudingen: Chris Marynissen (Vlaams Belang), Ludo De Bruyn (Vlaams Belang), Brenda Lioris (Vlaams Belang) en Rudy Bastiaenssens (Vlaams Belang).
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het belastingreglement voor de activeringsheffing op onbebouwde kavels, zoals hieronder integraal bijgevoegd, goed:
Artikel 1 - heffingsperiode
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse activeringsheffing als kohierbelasting geheven op onbebouwde kavels. Als onbebouwde kavels worden de niet-bebouwde percelen beschouwd die in een niet-vervallen verkaveling begrepen liggen.
Artikel 2 - tarief en berekening
Het bedrag van deze belasting wordt vastgesteld op 40,00 euro per strekkende meter lengte van de kavel palende aan de straat, evenwel met een minimum aanslag van 400,00 euro per bouwperceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning.
De hier vermelde belastingbedragen worden jaarlijks op 1 januari van het aanslagjaar aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat. Het geldende ABEX-indexcijfer van november 2025 wordt als basisindexcijfer beschouwd.
Wanneer een kavel paalt aan twee of meerdere straten, zal als grondslag van de belasting de helft van de som genomen worden van de twee langste zijden palend aan de openbare weg, de afgeronde of afgesneden hoeken niet inbegrepen.
Artikel 3 - belastingplichtige
De belasting bezwaart het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. Als er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de erfpachter of de opstalhouder belastingplichtig.
In geval van mede-eigendom wordt de belasting geïnd ten aanzien van elk van de niet-vrijgestelde belastingplichtigen in verhouding tot hun eigendomsaandeel.
Alle zakelijk gerechtigden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 - vrijstelling verkavelaar
Met betrekking tot de kavel waarvoor de eerste maal een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd of wordt afgegeven, is de houder van die vergunning gedurende één jaar van de belasting vrijgesteld:
● vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning, wanneer deze geen werken omvat.
● indien de verkaveling wel werken omvat in verband met het aanleggen van een nieuwe openbare weg is de verkavelaar vrijgesteld gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16,§2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening toegekend is (bedoeld wordt het attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de omgevingsvergunning opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de financieel beheerder van de gemeente of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling verleend). Wanneer de werken door de gemeente worden verricht, behoort het gemeentebestuur een besluit tot vaststelling van het einde der werken te nemen. Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de ontheffing maximaal slechts gedurende drie jaar vanaf het jaar volgend op de afgifte van de omgevingsvergunning.
Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel 'mutatis mutandis' op de delen van elke fase van toepassing.
Artikel 5 - vrijstellingen
Volgende vrijstellingen kunnen worden aangevraagd:
● De eigenaars van één enkele onbebouwde kavel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland. Deze vrijstelling geldt enkel gedurende de vijf aanslagjaren die volgen op het jaar waarin het goed werd verworven.
● De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestings-maatschappijen.
● De eigenaars van kavels die, ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd.
● De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. De vrijstelling wordt enkel toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar ten laste is van de belastingplichtige. Deze vrijstelling geldt enkel gedurende de vijf aanslagjaren die volgen op jaar waarin het goed werd verworven.
Om eventueel aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling, moet deze worden aangevraagd via het aangifteformulier dat door de administratie wordt verstuurd. Deze aanvraag moet steeds vergezeld zijn van de nodige bewijsstukken.
Artikel 6 - bebouwing
Als bebouwde kavels worden beschouwd de kavels waarop ingevolge een verleende omgevingsvergunning, bouwwerken bestemd voor bewoning, zijn aangevat op 1 januari van het aanslagjaar waarop de belasting slaat, mits deze bouwwerken ook in de loop van het aanslagjaar een normale afwerking kennen.
Belastingontheffing zal verleend worden voor kavels, waarop op 1 januari van het aanslagjaar de bedoelde werken niet aangevat werden, maar waarvoor het bewijs voorgelegd wordt dat voor het einde van het aanslagjaar op het belaste perceel bouwwerken bestemd voor bewoning onder dak werden gebracht.
Artikel 7 - aangifte
§1. Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 31 maart van jaar volgend op het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur Kapellen op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.
§2. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier heeft gekregen, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen bij het gemeentebestuur. Het niet spontaan verkrijgen van een aangifteformulier ontslaat de belastingplichtige niet van de belasting.
§3. Aangiften kunnen per post (gemeentebestuur Kapellen, dienst gemeentebelastingen, Bruggeske 1, 2950 Kapellen) of via elektronische zending (gemeentebelastingen@kapellen.be) worden ingediend.
§4. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als de aangifte via elektronische weg wordt ingediend, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van de aangifte.
§5. Overeenkomstig artikel 7 §2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en haar latere wijzigingen, kan een voorstel van aangifte worden voorgelegd aan de belastingplichtige op basis van de gegevens uit eerdere aangiftes. Als de belastingplichtige geen opmerkingen bij het voorstel indient voor de aangiftedatum vermeld onder §1 van huidig artikel, geldt het voorstel als een regelmatige aangifte. Als de opmerkingen verzonden worden via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van hun indiening.
Artikel 8 - controle en onderzoek
Het gemeentebestuur controleert de oprechtheid van de aangiften. De belastingplichtigen zijn verplicht deze controle te vergemakkelijken. De gemeente mag de waarachtigheid van de onderschreven aangiften nagaan met al de middelen waarover zij beschikt. Daartoe aangestelde personeelsleden zijn bevoegd elke inbreuk op het huidig reglement vast te stellen en moeten daarvoor toegang krijgen tot alle plaatsen waar de belastbare feiten plaats hebben.
Artikel 9 - ambtshalve belasting
Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan voor de aangiftedatum, vermeld in artikel 6, kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en haar latere wijzigingen.
In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op grond van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
Artikel 10 - vestiging en invordering
De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11 - betalingstermijn
De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 12 - bezwaar
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
Bezwaarschriften kunnen per post (Bruggeske 1, 2950 Kapellen) of via elektronische weg via e-mail (gemeentebelastingen@kapellen.be) worden ingediend binnen de termijn en onder de voorwaarden zoals hierboven vermeld.
De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.
Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift.
Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.
Artikel 13 - bekendmaking en inwerkingtreding
Het belastingreglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 286 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 2
Dit belastingreglement geldt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 en vervangt alle voorgaande reglementen.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.