Zitting van 24 november 2025

 

Openbare zitting

 

Openbare zitting

44. Belastingreglement belasting op tweede verblijven.  Goedgekeurd.

 

Feiten en motivering

De financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven, rechtvaardigt en vereist de invoering van rendabele belastingen.

Dit reglement was toe aan een aangepaste versie om enkele begrippen te verduidelijken, de belasting in evenwicht te brengen met het bedrag dat een gezin in de gemeente betaalt via de aanvullende personenbelasting en wat een tweede verblijf is uitgebreider te omschrijven.

Het gemeentelijk reglement voor de gemeentelijke belasting op tweede verblijven wordt gewijzigd en de hoogte van de belasting wordt aangepast:

       verfijnen van enkele begrippen;

       regelgeving hogere overheden updaten en toevoegen;

       de belasting wordt verhoogd van 750,00 euro naar 1.000,00 euro per aanslagjaar en zal van 2026 jaarlijks geïndexeerd worden;

       de beoordeling waaraan een woning moet voldoen om als tweede verblijf aanvaard te worden, wordt gedetailleerder uitgeschreven.

De gemeenteraad keurde op 18 november 2019 de belasting op tweede verblijven goed. Dit reglement is van kracht van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

Het decreet van 30 mei 2008 legt de regels vast voor de aangifte, controle, bezwaren en invorderingen van gemeentebelastingen. Sinds 10 juni 2024 geldt een aangepaste versie van dit proceduredecreet voor gemeentebelastingen.

Doel:

De controle en detectie van leegstaande woningen en tweede verblijven sluiten op elkaar aan. Zowel de belasting op leegstand als de belasting op tweede verblijven geldt als stimulans om woongelegenheden op het gemeentelijk grondgebied effectief als hoofdverblijfplaats aan te wenden en op die manier het residentieel wonen te beschermen en de sociale samenhang te versterken, die in het gedrang komt wanneer woongelegenheden niet of slechts occasioneel gebruikt worden.

Op deze manier dragen niet enkel gedomicilieerde personen bij aan de kosten die door het lokaal bestuur gedragen worden in functie van investeringen in openbaar domein, openbare dienstverlening, veiligheid, administratie en afvalbeheersing. Gebruikers van tweede verblijven halen voor die woning voordeel uit de gemeentelijke dienstverlening, maar dragen, afgezien van de opcentiemen op de onroerende voorheffing, niet fiscaal bij zodat het redelijk verantwoord is dat ook zij een billijke bijdrage leveren door een belasting op tweede verblijven.

De Vlaamse regering suggereert volgende definitie van tweede verblijf in haar omzendbrief 2019/2: elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de eigenaar of huurder, maar die wel op elk moment door hem/haar kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al dan niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten, verplaatsbare caravans, motorhomes en woonaanhangwagens worden niet als tweede verblijf beschouwd.

Wijzigingen:

       de belasting wordt opgetrokken van 750,00 euro naar 1.000,00 euro en zal jaarlijks geïndexeerd worden;

       definitie tweede verblijf wordt verduidelijkt;

       het juridisch kader werd uitgebreid op aangeven van de jurist van de financiële dienst;

       artikels met betrekking tot de belasting worden gedetailleerd uitgeschreven in plaats van enkel een verwijzing naar de desbetreffende wetgeving.

Juridisch kader

     grondwet, meer bepaald artikels 41, 162 en 170 §4;

     wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen;

     wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019 en eventuele latere wijzigingen;

     decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

     decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 2, 40 §3, 41,14°, 56 §3,7°, 252, 285 tot en met 288 en 326 tot en met 335;

     bestuursdecreet van 7 december 2018;

     besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones;

     omzendbrief van de Vlaamse regering BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

     gecoördineerde omzendbrief van de Vlaamse regering van 10 juni 2011 inzake onderrichtingen over gemeentefiscaliteit vanwege het Agentschap voor Binnenlands Bestuur;

     omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

     gemeentelijk reglement voor de gemeentelijke belasting op tweede verblijven van 18 november 2019.

Financiële gevolgen

De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie AC000013, budgetrekening MJP000338 (MAR 737).

Besluit

STEMMING :

21 stemmen voor: An Stokmans (Open VLD), Koen Helsen (Open VLD), Luc Janssens (Open VLD), Evelyne Haud'Huyze (Open VLD), Lotte Van Mechelen (Open VLD), Tom Namurois (Vooruit), Marc De Smet (Open VLD), Leo Mees (Open VLD), Ria Van Oncen (Open VLD), Luc Devriese (N-VA), Vital Lambert (N-VA), Tayfun Genç (Open VLD), Inge Cornelissen (Open VLD), Christel Janssens (Groen), Laila Rylant (Open VLD), Wilfried Schonkeren (N-VA), Nicole Demaerel-Recourdon (N-VA), Chris Goossens (N-VA), Marie Adriaensen (Vooruit), Ingrid Hoendervangers (Open VLD) en Jan De Block (Open VLD).
4 onthoudingen: Chris Marynissen (Vlaams Belang), Ludo De Bruyn (Vlaams Belang), Brenda Lioris (Vlaams Belang) en Rudy Bastiaenssens (Vlaams Belang).
 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het belastingreglement, zoals hieronder integraal bijgevoegd, goed:

Gemeentelijk reglement inzake de belasting op tweede verblijven.

Artikel 1 - heffingstermijn en belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse kohierbelasting gevestigd op tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente. Dit reglement vervangt het reglement voor de gemeentelijke belasting op tweede verblijven van 18 november 2019.

Artikel 2 - begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. tweede verblijf: elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de eigenaar of huurder en waarin niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister op 1 januari van het aanslagjaar, maar die wel op elk moment door hem/haar kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al dan niet  ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

 Het gebruik als tweede verblijf wordt beoordeeld op basis van:

     een plaatsbezoek waaruit blijkt dat de woning beschikt over sanitaire voorzieningen (wastafel, bad/douche, toilet), een kookgelegenheid en slaapgelegenheid;

     minimale bemeubeling in woonkamer, slaapkamer en keuken of eetkamer;

     het verbruik van de nutsvoorzieningen. Om als tweede verblijf beoordeeld te worden moet:

     het waterverbruik minimaal 30m³ per jaar bedragen en/of

     het elektriciteitsverbruik minimaal 600 kWh per jaar bedragen en/of

     het gasverbruik minimaal 2.326 kWh per jaar bedragen en/of

     andere indicatoren die aantonen dat de woning wordt gebruikt zoals facturen van internet-, televisie- en/of telefoonaansluiting of een niet vervallen keuringsattest van de verwarmingsketel;

     de toegankelijkheid van de woning;

     het onderhoud van de tuin.

  1. worden niet als tweede verblijf beschouwd:

       lokalen uitsluitend bestemd voor het beoefenen van een beroepsactiviteit;

       garages, tenten, verplaatsbare caravans, woonaanhangwagens en motorhomes;

       studentenhuizen en –kamers:

       ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.

Artikel 3 - belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van het zakelijk recht op het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar. De belasting is ook verschuldigd wanneer het tweede verblijf wordt verhuurd of tijdelijk niet wordt gebruikt.

De houder van het zakelijk recht is de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

  1. de volle eigendom
  2. het recht van opstal of van erfpacht
  3. het vruchtgebruik

In het geval meerdere personen houder zijn van het zakelijk recht, wordt de belasting uitgesplitst volgens ieders aandeel in het tweede verblijf.

Alle houders van het zakelijk recht zijn echter hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

Artikel 4 - tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgelegd op 1.000,00 euro per jaar en per tweede verblijf. Het tarief wordt vanaf 1 januari 2026 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de ABEX-index van november van het voorafgaande jaar. De basisindex is de index van november 2025.

Artikel 5 - aangifte(plicht)

§1. Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 31 mei van aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur Kapellen op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

§2. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier heeft gekregen, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen bij het gemeentebestuur.  Het niet spontaan verkrijgen van een aangifteformulier ontslaat de belastingplichtige niet van de belasting.

§3. Aangiften kunnen per post (gemeentebestuur Kapellen, dienst gemeentebelastingen, Bruggeske 1, 2950 Kapellen) of via elektronische zending (gemeentebelastingen@kapellen.be) worden ingediend.

 §4. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.  Als de aangifte via elektronische weg wordt ingediend, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van de aangifte.

§5. Overeenkomstig artikel 7 §2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en haar latere wijzigingen, kan een voorstel van aangifte worden voorgelegd aan de belastingplichtige op basis van de gegevens uit eerdere aangiftes. Als de belastingplichtige geen opmerkingen bij het voorstel indient voor de aangiftedatum vermeld onder §1 van huidig artikel, geldt het voorstel als een regelmatige aangifte. Als de opmerkingen verzonden worden via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van hun indiening.

Artikel 6 - controle en onderzoek

Het gemeentebestuur controleert de oprechtheid van de aangiften. De belastingplichtigen zijn verplicht deze controle te vergemakkelijken. De gemeente mag de waarachtigheid van de onderschreven aangiften nagaan met al de middelen waarover zij beschikt. Daartoe aangestelde personeelsleden zijn bevoegd elke inbreuk op het huidig reglement vast te stellen en moeten daarvoor toegang krijgen tot alle plaatsen waar de belastbare feiten plaats hebben.

Artikel 7 - ambtshalve belasting

Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan voor de aangiftedatum, vermeld in artikel 6, kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en haar latere wijzigingen.

In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op grond van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.

Artikel 8 - wijze van invordering

De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 9 - betalingstermijn

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10 - bezwaar

De belastingschuldige of zijn/haar vertegenwoordiger kan tegen ziin/haar aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

Bezwaarschriften kunnen per post (Bruggeske 1, 2950 Kapellen) of via elektronische weg via e-mail (gemeentebelastingen@kapellen.be) worden ingediend binnen de termijn en onder de voorwaarden zoals hierboven vermeld.

De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn/haar vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat het college speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift.

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.

Artikel 11 - bekendmaking en inwerkingtreding

Het belastingreglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 286 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Artikel 2

Dit belastingreglement geldt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 en vervangt alle voorgaande reglementen.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.